Samenvatting
De Excel WERKDAG.INTL-functie neemt een datum en geeft het dichtstbijzijnde dag in de toekomst of in het verleden, gebaseerd op een door u opgegeven offsetwaarde. Deze functie noemt in de Engelse Excel versie WORKDAY.INTL. In tegenstelling tot de WERKDAG-functie kunt u met de WERKDAG.INTL-functie aanpassen welke dagen als weekends (niet-werkdagen) worden beschouwd. U kunt de WERKDAG.INTL-functie gebruiken om voltooiingsdata, scheepsdata, enz. te berekenen die rekening houden met niet-werkdagen.
Syntaxis
=WERKDAG.INTL(begindatum; dagen; [weekend]; [vakantiedagen])
Argumenten
begindatum: De datum waaruit de werkdag moet berekend worden.
aantal_dagen: Het aantal werkdagen voor of na begindatum.
weekend (optioneel): dagen die moeten aanzien worden als weekenddagen.
vakantiedagen(optioneel): Een datum of lijst van datums die als niet-werkdagen moeten worden beschouwd.
Gebruiksaanwijzing
De WERKDAG.INTL-functie berekent een datum die de “dichtstbijzijnde” werkdag in het verleden of in de toekomst vertegenwoordigt. Gebruik een positief getal als dagen voor toekomstige data en een negatief getal voor vroegere data. Deze functie is robuuster dan de WERKDAG-functie, omdat u hiermee kunt aanpassen welke dagen van de week als weekends worden beschouwd.
Weekenden
Standaard zal de WERKDAG.INTL-functie het weekend (zaterdag en zondag) uitsluiten. U kunt echter wel bepalen welke dagen als weekenddagen worden beschouwd, door een code uit onderstaande tabel voor het weekendargument in te vullen.
Een andere (eenvoudigere) manier om weekenddagen aan te geven is door een “masker” te gebruiken om weekenden aan te geven met enen en nullen. In dit schema is een reeks van 7 enen en nullen voorzien om weekenden aan te geven, waarbij het eerste teken maandag is en het laatste teken zondag. Gebruik één (1) om het weekend aan te geven en nul (0) om een werkdag aan te geven Deze methode is flexibeler, aangezien u elke dag van de week als een weekend (d.w.z. niet-werkdag) kunt aanwijzen. Bijvoorbeeld:
=WERKDAG.INTL(A1;3; “0000000”) // geen weekends
=WERKDAG.INTL(A1;3; “1000000”) // weekend = maandag
=WERKDAG.INTL(A1;3; “1100000”) // weekend = maandag+dinsdag
=WERKDAG.INTL(A1;3; “1110000”) // weekend = maandag+dinsdag+dinsdag
=WERKDAG.INTL(A1;3; “1010000”) // weekend = maandag+dinsdag
Vakantie
De WERKDAG.INTL-functie kan optioneel ook rekening houden met feestdagen. Er kan een een datum of lijst van datums die als niet-werkdagen moeten worden beschouwd opgegeven worden.
Weekendcodes
Gebruik een van de onderstaande codes voor het weekend argument om een “vaste” weekend optie te selecteren.
Weekendgetal | Weekenddagen |
---|---|
1 of niets | zaterdag, zondag |
2 | zondag, maandag |
3 | maandag, dinsdag |
4 | dinsdag, woensdag |
5 | woensdag, donderdag |
6 | donderdag, vrijdag |
7 | vrijdag, zaterdag |
11 | alleen zondag |
12 | alleen maandag |
13 | alleen dinsdag |
14 | alleen woensdag |
15 | alleen donderdag |
16 | alleen vrijdag |
17 | alleen zaterdag |
Opmerkingen
Als begindatum ongeldig is, geeft de WERKDAG.INTL-functie de fout #getal!
Als begindatum + dag ongeldig is, geeft de WERKDAG.INTL-functie de fout #getal!
Als een vakantie ongeldig is, geeft de WERKDAG.INTL-functie de fout #getal!
Als het weekend ongeldig is, geeft de WERKDAG.INTL-functie de fout #WAARDE!
Engels
Nederlands | Engels |
WERKDAG.INTL() | WORKDAY.INTL() |