Samenvatting
De Excel DELTA-functie test of twee numerieke waarden gelijk zijn. Wanneer de waarden gelijk zijn, geeft DELTA 1, anders geeft DELTA nul.
Doel
Test twee waarden zijn gelijk
Rendement waarde
De nummer één of nul
Syntaxis
=DELTA (nummer 1, [nummer 2])
Argumenten
number1 – Het eerste nummer.number2 – [optioneel] Het tweede nummer.
number1 – Het eerste nummer.number2 – [optioneel] Het tweede nummer.
Gebruiksaanwijzingen
De DELTA-functie test twee numerieke waarden voor gelijkheid. Wanneer de waarden gelijk zijn, geeft DELTA 1 terug. Wanneer de waarden verschillend zijn, geeft DELTA nul terug. Hierdoor kan DELTA gebruikt worden om eenvoudig paren van gelijke getallen te tellen.
Bijvoorbeeld:
=DELTA(5,4) // retourneert 0
=DELTA(3,3)// retourneert 1
In het getoonde voorbeeld is de formule in D6, gekopieerd, naar beneden:
=DELTA (B6, C6)
Opmerkingen:
Als nummer2 leeg wordt gelaten, gaat DELTA ervan uit dat nummer2 gelijk is aan nul.
Als een van beide waarden tekst is, geeft DELTA de fout #VALUE terug.