Samenvatting
De Excel AGGREGATE functie geeft een geaggregeerde berekening weer zoals AVERAGE, COUNT, MAX, etc., waarbij eventueel verborgen rijen en fouten worden genegeerd. In totaal zijn er 19 bewerkingen beschikbaar, gespecificeerd per functienummer in het eerste argument (zie tabel voor opties).
Doel
Berekening van het rendementsaggregaat
Rendement waarde
Afhankelijk van de opgegeven functie
Syntaxis
=AGGREGATE (functie_num, opties, ref1, ref2)
Argumenten
function_num – Bediening voor het uitvoeren van (1-19).opties – Waarden om te negeren (0-7).ref1 – Eerste argument.ref2 – Tweede argument (k).
function_num – Bediening voor het uitvoeren van (1-19).opties – Waarden om te negeren (0-7).ref1 – Eerste argument.ref2 – Tweede argument (k).
Gebruiksaanwijzingen
In het getoonde voorbeeld is de formule in D5:
=AGGREGATE(4,6,6,waarden)
waarbij “waarden” het genoemde bereik B5:B14 is. Het functienummer is hier 4, die de MAX-functie uitvoert.
De formules in D8:D10 zijn als volgt:
=AGGREGATE(14,6,6,waarden,1)
=AGGREGATE(14,6,6,waarden,2)
=AGGREGATE(14,6,6,waarden,3)
Het functienummer is hier 14, waarmee de LARGE-functie wordt uitgevoerd. Omdat de LARGE-functie een k-argument vereist, verschijnt het als laatste argument in de drie bovenstaande formules.
Functie nummers
In de onderstaande tabel staan de functienummers die beschikbaar zijn voor de AGGREGATE-functie, samen met de naam van de bijbehorende functie. De derde kolom, Ref2, geeft de tweede argumentwaarde aan die wordt verwacht wanneer dit nodig is.
Functie
Functie
Ref2
1
AVERAGE
2
LAND
3
COUNTA
4
MAX
5
MIN
6
PRODUCT
7
STDEV.S
8
STDEV.P
9
SUM
10
VAR.S
11
VAR.P
12
MEDIAAN
13
MODE.SNGL
14
LARGE
k
15
KLEIN
k
16
PERCENTILE.INC
k
17
QUARTILE.INC
kwart
18
PERCENTILE.EXC
k
19
QUARTILE.EXC
kwart
Gedragsopties
De AGGREGATE functie heeft vele opties voor het negeren van fouten, verborgen rijen en andere functies. Mogelijke waarden zijn 0-7, zoals weergegeven in onderstaande tabel.
Optie
Gedrag
0
SUBTOTAL en AGGREGATE functies negeren
1
Verborgen rijen, SUBTOTAL en AGGREGATE functies negeren
2
Foutwaarden, SUBTOTAL en AGGREGATE functies negeren
3
Verborgen rijen, foutwaarden, SUBTOTAL en AGGREGATE functies negeren
4
Niets negeren
5
Verborgen rijen negeren
6
Foutwaarden negeren
7
Verborgen rijen en foutwaarden negeren
Opmerkingen
AGGREGATE geeft een #VALUE! fout als er een tweede functie-argument nodig is, maar niet wordt gegeven.
3D referenties werken niet met AGGREGATE.
AGGREGATE functie is ontworpen voor verticale bereiken, niet voor horizontale bereiken.